Basisboek Duurzame Ontwikkeling - 4e druk 2020
Home | Oefenmateriaal > Hoofdstuk 7 > Begrippentrainer
Kies oefenmethode
Toon begrippen
Toon definities
Begin
Albedo
Reflecterend vermogen van een planeet, uitgedrukt als het percentage van het invallende zonlicht dat direct teruggekaatst wordt naar het heelal.
Antropogeen broeikaseffect
Door mensen veroorzaakt broeikaseffect, dat het natuurlijke broeikaseffect versterkt.
Biobrandstof
Brandstof, geproduceerd uit gewassen, bijvoorbeeld houtsnippers of lijnzaadolie.
Biosfeer
De lagen van de aarde en de atmosfeer waarin leven mogelijk is.
Broeikaseffect
Verschijnsel waarbij de temperatuur op aarde oploopt als gevolg van de aanwezigheid van bepaalde gassen in de atmosfeer, die ervoor zorgen dat de aarde haar warmte minder gemakkelijk uitstraalt naar de kosmos.
Broeikasgassen
Gassen die vooral verantwoordelijk zijn voor het broeikaseffect, zijn kooldioxide (CO2), methaan (CH4), stikstofoxide (N2O), waterdamp en diverse fluorverbindingen, waaronder cfk's en hfk's.
Cap-and-trade-systeem
Handel in emissierechten (trade) waarbij de totale emissie begrensd is (cap).
Carbon footprint
Maat voor de uitstoot van CO2 als gevolg van het gebruik van fossiele brandstoffen, of van het verminderen van CO2-opname door bijvoorbeeld ontbossing.
Carbon sink
Natuurlijk of kunstmatig reservoir waarin CO2 wordt opgenomen en opgeslagen.
Causale relatie
= oorzaak-gevolgrelatie.
Chaotisch gedrag
Gedrag van een systeem (bijv. een gas, een mensenmassa, een computer, internet) dat zo complex en ordeloos is dat het volledig onvoorspelbaar is.
CO2-equivalent
Eenheid voor de radiative forcing van een broeikasgas, vergeleken met die van CO2. De waarde voor CO2 is per definitie 1.
CO2-voetafdruk
.
Complex systeem
.
Consuminderen
Bewust kiezen voor een lager consumptiepatroon. Ironische tegenstelling met het woord consumeren.
Correlatie
Samenhang tussen twee verschijnselen, waarbij beide tegelijk toe- of afnemen, of (bij negatieve correlatie) de een toeneemt terwijl de ander afneemt.
Duurzame energie
Vorm van energie die (naar menselijke maatstaven) eindeloos kan worden opgewekt, en die een minimum aan schade toebrengt aan mensen, culturen, natuur en milieu.
Economische winbaarheid
Situatie waarin resources niet alleen technisch winbaar zijn maar waarin die winning ook winstgevend is.
El Niño
Verandering van het weerpatroon in grote delen van de wereld, die eens in de drie tot zeven jaar optreedt als gevolg van veranderingen in het patroon van windstromingen boven de Stille Oceaan.
Emissie
Uitstoot van stoffen, bijvoorbeeld van broeikasgassen.
Emissierechten
Rechten voor bedrijven tot het uitstoten van broeikasgassen, die onderling verhandeld kunnen worden.
Extensivering
Verlaging van het energieverbruik door technische middelen waarbij het rendement van het energiegebruik verbeterd wordt.
Fytoplankton
Plantaardig plankton.
Gft-afval
Groente-, fruit- en tuinafval.
Golfstroom
Het gedeelte van de thermohalinecirculatie in de Atlantische Oceaan.
Groene stroom
Elektriciteit die is opgewekt met duurzame energie.
Hybride auto
Auto die over twee motoren beschikt, een verbrandingsmotor en een elektromotor. Deze auto heeft een aanzienlijk lager brandstofverbruik.
Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC)
Organisatie van de Verenigde Naties, opgericht om de risico's van klimaatverandering te evalueren, bestaande uit experts uit de hele wereld van universiteiten, onderzoekscentra, ondernemingen en milieuorganisaties.
Kernfusie
Proces waarbij waterstof gebruikt wordt voor energieopwekking. Is naar verwachting pas over enkele tientallen jaren beschikbaar als energiebron, en kan dan wellicht een grote bijdrage leveren aan de energiebehoefte van de wereld.
Kernsplijting
Natuurkundig proces waarbij zware atoomkernen van bijvoorbeeld uranium, plutonium of thorium worden gesplitst teneinde energie op te wekken.
Klimaatverandering
Langdurige verandering van het weer in een bepaald gebied of op de gehele aarde, die niet het gevolg is van toevallige schommelingen in het weer.
Klimaatvluchtelingen
Mensen die hun huis en woongebied hebben verlaten, op de vlucht voor omstandigheden die veroorzaakt zijn door klimaatverandering, zoals aanhoudende droogte of overstromingen.
Kopenhagen Akkoord
Internationaal akkoord omtrent klimaatverandering, afgesloten tijdens een conferentie in Kopenhagen in 2009.
Lineair
Letterlijk: rechtlijnig. Lineaire gevolgen zijn recht evenredig met de oorzaken ervan. (zie: niet-lineaire gevolgen).
Migreren
Verplaatsen van mensen of van dieren- of plantensoorten naar nieuwe gebieden.
Natuurlijk broeikaseffect
Effect dat niet door mensen veroorzaakt is, en dat al sinds honderden miljoenen jaren bestaat.
Niet-lineaire gevolgen
Gevolgen waarvan de omvang niet recht evenredig zijn met de oorzaken, en die onverwachte effecten kunnen hebben.
Nulenergiegebouw
Gebouw waar, gemiddeld over het gehele jaar, geen energie van elders naartoe hoeft te worden gevoerd doordat er per jaar dankzij eigen energieopwekking minstens zoveel energie wordt geleverd aan het externe elektriciteitsnet als er wordt afgenomen.
Ontmanteling
Sloopfase van een kerncentrale, inclusief alle daarvoor benodigde organisatorische, juridische en technische activiteiten.
Oorzaak-gevolgrelatie
Relatie tussen gebeurtenissen die na elkaar in de tijd plaatsvinden, waarbij de eerdere gebeurtenis wordt gezien als de oorzaak van de latere, die dus gezien wordt als het gevolg van de eerdere gebeurtenis.
Peak oil
Tijdstip waarop de totale economisch winbare wereldvoorraad aardolie zijn hoogste punt bereikt en daarna gaat afnemen.
Radiative forcing
Mate waarin een bepaalde stof de balans tussen inkomende zonnestraling en uitgaande warmtestraling ('radiation') beïnvloedt en zo de temperatuur op aarde 'omhoog duwt'.
Radioactief afval
Materiaal dat radioactieve isotopen bevat of daarmee gecontamineerd is, in concentraties hoger dan wat minimaal meetbaar is en waarvoor geen praktische toepassingen bekend zijn.
Stewardship cessation
Beëindiging van toezicht, met name op radioactief afval dat zodanig is opgeslagen dat het verondersteld wordt voor eeuwig veilig te zijn.
Stratosfeer
Een laag van de atmosfeer die tussen ongeveer 15 en 50 kilometer hoogte ligt.
Systeemgrens
Toestand waarin een systeem uit een stabiele situatie instabiel wordt en via een trendbreuk overgaat naar een geheel andere, vaak onvoorspelbare situatie.
Thermohalinecirculatie
Omvangrijke stroming van zeewater door de oceanen, aan de oppervlakte stromend van de Stille en de Indische Oceaan naar de noordelijke Atlantische Oceaan, en op de oceaanbodem omgekeerd.
Troposfeer
Onderste laag van de atmosfeer, tot zo'n 10 à 15 kilometer hoogte.
United Nations Framework Convention on Climate Change (UNFCCC)
Verdrag, voortgekomen uit de grote Conferentie van Rio in 1992, waarin de basis is gelegd voor het Kyoto-protocol van 1997.
Voorzorgbeginsel
Principe dat beleidskeuzen en beslissingen mede worden gebaseerd op het voorkómen van bepaalde nadelige gevolgen, ook als het optreden van die gevolgen zonder deze keuzen en beslissingen niet zeker zijn. (Engels: Precautionary Principle).
Warmtekrachtkoppeling
Benutten van de warmte die bij de elektriciteitsopwekking ontstaat in speciaal daarvoor ontworpen installaties. Afgekort: WKK.
Waterstofeconomie
Samenleving die via een transitie is overgegaan op waterstof als voornaamste brandstof.
WKK
Warmtekrachtkoppeling: benutten van de warmte die bij de elektriciteitsopwekking ontstaat in speciaal daarvoor ontworpen installaties.
Zeespiegelstijging
Verhoging van het zeeniveau, hetzij doordat het waterpeil in de oceanen stijgt ('absolute zeespiegelstijging'), hetzij doordat het land daalt ('relatieve zeespiegelstijging').
van