Geowijzer - 2e druk 2016
Home | Begrippentrainer > Deel 1 > Hoofdstuk 8–B
Kies oefenmethode
Toon begrippen
Toon definities
Begin
Hightechindustrie
Hoogtechnologische bedrijven.
Kenniseconomie
Economie waarin de productiefactoren arbeid en kapitaal sterk gericht zijn op de ontwikkeling en toepassing van nieuwe technologie.
Massagoed
Goederen die in grote hoeveelheden los (onverpakt) in een tanker of de laadbak van een schip worden vervoerd.
Tertiaire sector
Dienstensector.
Transport
Vervoer.
Haven
Natuurlijke of aangelegde veilige ligplaats voor schepen.
Infrastructuur
Alle voorzieningen die nodig zijn om personen, goederen of informatie te vervoeren.
Mainport
Belangrijkste lucht-of zeehaven.
Stukgoed
Goederen die verpakt in kisten, zakken, vaten of containers worden vervoerd.
Autowegen
Snelwegen.
Export
Uitvoeren van goederen en diensten uit een land.
Import
Invoeren van goederen en diensten uit een ander land.
Chemische industrie
Industrie die grondstoffen en producten maakt en bewerkt door middel van chemische veranderingen aan bestaande stoffen.
Quartaire sector
Niet-commerciële dienstverlening.
Recreatie
Alle vormen van vrijetijdsbesteding.
Globalisering
Doorgaande proces van internationale uitwisseling van geld, goederen en informatie. Ook mondialisering.
Mondialisering
Doorgaande proces van internationale uitwisseling van geld, goederen en informatie. Ook globalisering.
Transportkosten
Kosten van het vervoeren van goederen of mensen.
Glokalisering
Aanpassing van producten uit andere landen aan de lokale smaak.
Multinational
Grote onderneming met vestigingen in meerdere landen.
Outsourcing
Verplaatsen van hoogwaardig werk uit geïndustrialiseerde landen naar lagelonenlanden.
Uitschuiving
Verplaatsen van de productie naar de landen met de laagste lonen.
Centrum-periferiemodel
Theorie die de achterstand van bepaalde landen of groepen verklaart vanuit machtsverhoudingen.
Global shift
Verschuiven van het economisch zwaartepunt in de wereld.
Newly industrialised countries (NIC’s)
Opkomende industrielanden (in Azië).
IMF
Instantie die toe ziet op de stabiliteit van de wereldeconomie.
Vrijhandel
Bedrijven van internationale handel zonder overheidsbemoeienis.
Wereldbank
Internationale instelling, verbonden aan de VN, die beoogt door middel van leningen de ontwikkeling van landen te bevorderen.
Andersglobalisten
Groep mensen die een manier van globalisering wil met aandacht voor het milieu, armoede, mensenrechten en een geringere macht voor het bedrijfsleven.
Antiglobalisten
Groep mensen die tegen globalisering is.
Wereldhandel
Handel op mondiale schaal.
Braindrain
Verschijnsel dat hoger opgeleiden het land verlaten om zich elders te vestigen.
Beroepsbevolking
Alle mensen tussen 15 en 65 jaar die (minimaal 12 uur per week) betaald werk willen doen.
IJzererts
Gesteente dat rijk is aan ijzer.
van