Geowijzer - 2e druk 2016
Home | Begrippentrainer > Deel 1 > Hoofdstuk 8–A
Kies oefenmethode
Toon begrippen
Toon definities
Begin
Arbeid
Betaald werk dat mensen doen
Communisme
Economisch systeem waarbij alle productiemiddelen eigendom zijn van de gemeenschap.
Economisch systeem
De wijze waarop een staat de productie van goederen geregeld wordt.
Kapitaal
Alle gebouwen, machines, hulpmiddelen en voertuigen die nodig zijn voor de productie.
Kapitalisme
Economisch systeem waarbij de productiemiddelen zoals machines, grond, gebouwen, grondstoffen en arbeid, in handen zijn van bedrijven (particulieren) en waarbij wordt gestreefd naar een zo groot mogelijke winst.
Planeconomie
Centraal geleide economie.
Socialisme
Politieke stroming van arbeiders waarin gelijkheid tussen mensen het doel is.
Vrije markteconomie
Economisch systeem waarbij bedrijven bepalen wat er geproduceerd wordt, hoeveel en wanneer.
Landbouw
Agrarische sector bestaande uit akkerbouw, veeteelt, tuinbouw en bosbouw.
Primaire sector
De sector die producten direct uit de natuur haalt.
Grondsoort
Materiaal aan de oppervlakte, waaruit de ondergrond bestaat, bijvoorbeeld zand en veen.
Intensieve veeteelt
Houden van veel dieren op (relatief) weinig grond.
Recycling
Hergebruik.
Extensieve veeteelt
Houden van relatief weinig dieren per hectare.
Bosbouw
Aanleggen, verzorgen en beheren van bossen als natuurlijke hulpbron voor de mens.
Visserij
Verzamelnaam voor het vangen van commerciële vissoorten en andere levende organismen zoals week-, schaal- en schelpdieren en wieren voor menselijke consumptie.
Delfstoffen
Alle stoffen die uit de grond worden gehaald en nuttig zijn voor de mens.
Mijnbouw
Het opsporen, winnen en verwerken van delfstoffen.
Eindproduct
Een product dat klaar voor gebruik is.
Halffabricaat
Een product dat al bewerkt is, maar nog niet af is.
Industrie
Alle activiteiten waarbij de mens grondstoffen bewerkt om er nieuwe producten van te maken.
Industriële Revolutie
De grootschalige overgang van handmatige arbeid naar machines.
Schachtbouw
Vorm van mijnbouw waarbij men middels schachten en tunnels (diep) onder de grond de delfstof weggraaft.
Secundaire sector
Sector die de producten van de primaire sector verwerkt.
Grondstoffen
Stoffen waarmee een fabriek haar productie begint
Hoogovens
Smeltovens voor de bereiding van ijzer uit ijzererts.
Metamorf gesteente
Gesteente dat onder hoge druk en/of bij hoge temperatuur verandert in een ‘nieuw’ gesteente
Olieraffinaderij
Verwerkingsbedrijf van ruwe olie.
Textielindustrie
Industrie waarbij stoffen en kleding van textiel gemaakt worden.
Zware industrie
Alle industrie die gebruik maakt van zware en omvangrijke grondstoffen, zoals steenkool, ijzererts en ruwe olie.
Lichte industrie
Industrie die gebruikmaakt van grondstoffen, halffabrikaten of onderdelen waarvan het gewicht niet veel meer is dan het gewicht van het eindproduct.
Afzetmarkt
Het aantal klanten dat producten wil kopen
Bedrijventerrein
Speciaal aangelegde wijk voor kantoren, showrooms, garages en andere bedrijven.
Dienstverlening
Ook wel tertiaire sector. Alle beroepen die niet vallen onder landbouw, mijnbouw of industrie.
Handel
Het ruilen van producten voor andere producten of voor geld.
van