Praktisch Europees recht - 3e druk 2020
Home | Begrippen > Begrippentrainer
Kies oefenmethode
Toon begrippen
Toon definities
Begin
Amenderen
Een wijziging in een wetsvoorstel aanbrengen.
Belemmeringenverbod
Maatregelen die niet discrimineren, noch direct noch indirect, maar wel het vrij verkeer belemmeren.
Belgiëroute
Populaire benaming van een mogelijkheid om via het Europees recht gezinshereniging mogelijk te maken.
Bemiddelingscomité
Comité dat bestaat uit enkele leden van de Raad en een gelijk aantal leden van het Europees Parlement. Zij moeten binnen zes weken proberen om met een klein clubje tot een gezamenlijke compromistekst te komen, als de wetgevingsprocedure in de tweede lezing is vastgelopen.
Betalingsverkeer
Overmakingen in het kader van betalingen voor goederen en diensten (tegenhanger: kapitaalverkeer).
Blokkerende minderheid
Een minderheid in de Raad die een voorstel kan tegenhouden. Een blokkerende minderheid is bereikt wanneer 13 lidstaten tegen een wetsvoorstel zijn. Een blokkerende minderheid is tevens bereikt wanneer er weliswaar een lager aantal lidstaten dan 16 tegen een voorstel is, maar deze landen wel meer dan 35 procent van de bevolking van de EU vertegenwoordigen.
Bluecardrichtlijn
De Europese richtlijn die een mogelijkheid biedt aan hoog opgeleide derdelanders om een visum aan te vragen.
Concurrerende producten
Producten die niet gelijksoortig zijn, maar wel in concurrentie met elkaar staan.
DAEB
Dienst van Algemeen Economisch Belang.
De-minimisuitzondering
Als staatssteun of een marktaandeel niet voldoet aan de minimumvoorwaarden van deze uitzondering, is er geen merkbaar effect op de interne markt.
Derde landen
Staten die geen lid zijn van de Europese Unie.
Derdelander
Persoon die niet uit een van de lidstaten van de EU afkomstig is.
Diensten
Dienstverrichtingen die gewoonlijk tegen vergoeding geschieden. Diensten omvatten met name a) werkzaamheden van industriële aard, b) werkzaamheden van commerciële aard, c) het ambacht en d) de vrije beroepen.
Directe discriminatie
Een maatregel of voorschrift maakt onderscheid op basis van nationaliteit (zie maatregel met onderscheid) (tegenhanger: indirecte discriminatie).
Directe werking
Burgers kunnen zonder tussenstap een beroep doen op Europese wetgeving.
Directoraat-Generaal
Europees ministerie.
Discretionaire bevoegdheid
De rechter of de nationale wetgever heeft een beoordelingsmarge bij het interpreteren of omzetten van Europees recht.
Drempelwerking
Het is moeilijker of onmogelijk om een markt te betreden voor ondernemingen uit andere lidstaten.
Economisch actief
Personen die een economische activiteit uitoefenen, dat wil zeggen werknemers, zelfstandig ondernemers, enzovoort.
Economisch inactief
Personen die geen economische activiteit uitoefenen, dat wil zeggen studenten, gepensioneerden, enzovoort.
EU-burger
Eenieder die de nationaliteit bezit van een van de lidstaten van de EU.
Evenredigheidsbeginsel
Het te bereiken doel en de daarvoor in te zetten middelen zijn met elkaar in evenwicht.
Exclusieve afname
Een onderneming is verplicht om alleen de producten van een bepaalde fabrikant af te nemen.
Financiële diensten
Dienstverlening die betrekking heeft op financiële producten, bijvoorbeeld aandelen, rekeningen, polissen of hypotheken.
Gekwalificeerde meerderheid
Ten minste 55 procent van de leden van de Raad (ten minste 16 lidstaten) die ten minste 65 procent van de bevolking van de Europese Unie vertegenwoordigt moeten instemmen met een voorstel, voordat wetgeving officieel wordt vastgesteld.
Gelekaartprocedure
De lidstaten van de Europese Unie kunnen een gele kaart trekken. Als een derde van de nationale parlementen een gele kaart trekt en vindt dat het onderwerp van een wetgevingsvoorstel niet op Europees niveau thuishoort, moet de Europese Commissie een wetgevingsvoorstel in heroverweging nemen.
Gelijksoortige producten
Producten die dezelfde objectieve eigenschappen hebben en voldoen aan dezelfde behoeften van de consument.
Gewone meerderheid
Een voorstel tot wetgeving wordt aangenomen als ten minste de helft van de stemgerechtigden voor het betreffende voorstel is.
Gezinshereniging
De mogelijkheid om in het buitenland wonende familieleden te laten verhuizen naar de lidstaat waar de rechthebbende verblijft.
Goederen
Alle op geld waardeerbare zaken die het voorwerp kunnen zijn van handelstransacties.
Grensoverschrijdend aspect
Meerdere lidstaten van de EU zijn betrokken bij een casus (tegenhanger: zuiver interne aangelegenheid).
Groepsvrijstelling
Verordeningen waarin de Commissie criteria heeft vastgelegd voor uitzonderingen op art. 101 VwEU.
Hardcorekartel
Een overeenkomst tussen ondernemingen die het doel heeft om de mededinging te verstoren.
Harmonisatie/harmoniseren
De wetgeving van de lidstaten wordt door middel van Europese wetgeving (verordeningen, richtlijnen enzovoort) in overeenstemming gebracht.
Heffingen van gelijke werking
In- en uitvoerrechten die niet expliciet de naam of vorm aannemen van een in- of uitvoerrecht, maar per saldo wel hetzelfde effect hebben (afgekort als HGW).
Horizontaal effect
Het beroep op Europees recht van een burger ten opzichte van de overheid heeft ook gevolgen voor een andere burger.
Horizontale directe werking
Een burger kan zich ten opzichte van een andere burger beroepen op Europees recht.
Horizontale overeenkomst
Een overeenkomst tussen ondernemingen die met elkaar concurreren.
Implementatietermijn
Periode waarbinnen een richtlijn moet worden omgezet in nationale wetgeving.
Implementeren
Nationale wetgeving aanpassen aan de bepalingen van een richtlijn.
Indirecte discriminatie
Een maatregel of voorschrift heeft een discriminerend effect (zie tevens maatregel zonder onderscheid) (tegenhanger: directe discriminatie)
Intergouvernementele organisatie
Een samenwerkingsverband van staten.
Invoerquotum
Een maximum dat wordt gesteld aan de invoer van een bepaald product.
Kapitaalverkeer
Overmakingen in verband met investeringen (tegenhanger: betalingsverkeer).
Loyale samenwerking
Lidstaten mogen niets doen wat strijdig is met het Verdrag en moeten trouw alle verplichtingen uitvoeren die voortvloeien uit Europees recht.
Maatregel van algemeen economisch beleid
Een algemeen geldende maatregel die het doel heeft om de economie te bevorderen.
Maatregel van gelijke werking
Een maatregel die niet expliciet de invoer, uitvoer of doorvoer van producten beperkt, maar in de praktijk wel dit effect heeft.
Markttoetredingstoets
Er wordt onderzocht of de toegang van buitenlandse producten tot de nationale markt door een maatregel wordt belemmerd.
Ngo
Non-governmental organisation, oftewel een internationale organisatie met een ideëel doel waarvan staten geen lid kunnen zijn.
Nietig
Er is nooit een overeenkomst tot stand gekomen.
Non-tarifaire belemmeringen
Belemmeringen in het vrij verkeer van goederen waarbij geen geldelijke last wordt opgelegd.
Noodzakelijkheidseis
De steun moet noodzakelijk zijn om het doel te bereiken. Zonder de subsidie kan de activiteit niet worden uitgevoerd.
Omgekeerde discriminatie
Nationale marktdeelnemers worden in vergelijking met buitenlandse marktdeelnemers ongunstiger behandeld.
Omzetten
Nationale wetgeving aanpassen aan de bepalingen van een richtlijn.
Onderneming
Elke eenheid die een economische activiteit uitoefent, ongeacht haar rechtsvorm of de wijze van financiering.
Onvoorwaardelijk
Een bepaling hoeft niet te worden uitgewerkt in nadere regelgeving.
Oorsprongslandbeginsel
De voorschriften van de lidstaat van oorsprong zijn leidend bij het beoordelen van de vraag of een persoon, goed of dienst tot het grondgebied van een lidstaat moet worden toegelaten.
Oranjekaartprocedure
De lidstaten van de Europese Unie kunnen een oranje kaart trekken. Als de helft van de nationale parlementen vindt dat het onderwerp niet op Europees niveau thuishoort, moet de Europese Commissie het voorstel intrekken of duidelijke redenen openbaar maken waarom het voorstel gehandhaafd blijft. Mocht de Commissie het voorstel handhaven, dan kunnen de Raad en het Europees Parlement alsnog besluiten het voorstel niet langer in behandeling te nemen.
Prejudiciële procedure
Procedure waarbij de nationale rechter een rechtsvraag kan stellen aan het Hof.
Primair Europees recht
De Europese verdragen.
Producten
Alle op geld waardeerbare zaken die het voorwerp kunnen zijn van handelstransacties.
Producteisen
Eisen die aan een product worden gesteld, zoals eisen met betrekking tot de verpakking, het productieproces, de samenstelling, het gewicht, de vorm en/of de benaming van een product (tegenhanger: verkoopmodaliteiten).
Protectionisme
Beleid van de overheid dat de nationale economie beschermt.
Publiek belang
Belangen die betrekking hebben op algemene, openbare belangen van de samenleving als geheel. Het is niet voldoende dat gesteld wordt dat een maatregel een publiek belang dient. Uit de feiten moet blijken dat het doel – beschermen van het publieke belang – ook daadwerkelijk wordt bereikt.
Rechtstreekse werking
Burgers kunnen zonder tussenstap een beroep doen op Europese wetgeving.
Relevante markt
De relevante markt bestaat uit de productmarkt en de geografische markt. Aan de hand hiervan wordt het marktaandeel bepaald.
Rule of reason
Een uitzondering op het vrij verkeer is toegestaan indien sprake is van een dwingende eis van algemeen belang, die redelijk is.
Schengenvisum
Een visum dat niet alleen toegang geeft tot het land waar het is aangevraagd, maar ook tot de andere lidstaten van het Verdrag van Schengen. Dit zijn de meeste lidstaten van de EU.
Secundair Europees recht
Verordeningen, besluiten, richtlijnen, aanbevelingen en adviezen.
Selectieve distributie
Een onderneming selecteert op basis van objectieve criteria haar afnemers.
Selectiviteitseis
Een maatregel geldt niet in het algemeen, maar is bestemd voor een specifieke onderneming of groep.
SSNIP-test
Small but Significant Non-transitory Increase in Price; een marginale prijsverhoging.
Staatsmiddelen
Geld dat afkomstig is van het budget van de overheid.
Stand-stillbepaling
De situatie is bevroren. Er mag pas steun verleend worden als de Commissie toestemming heeft verleend.
Subsidiariteitsbeginsel
De lidstaten bepalen zo veel mogelijk zelf. Pas als het beter gezamenlijk geregeld kan worden, is de EU bevoegd.
Supranationale organisatie
Een internationale organisatie waarbij de lidstaten een gedeelte van hun soevereiniteit hebben overgedragen.
Tarifaire belemmeringen
Belemmeringen in het vrij verkeer van goederen waarbij een geldelijke last wordt opgelegd.
Typische overheidstaak
Diensten die alleen door de overheid uitgevoerd mogen worden.
Unanimiteit
Bij een stemming stemt geen enkele lidstaat tegen een voorstel.
Uniforme uitleg
Het Europees recht moet in alle lidstaten op dezelfde manier worden uitgelegd.
Universele dienst
Een dienst waarvan iedereen gebruik moet kunnen maken.
Verkoopmodaliteiten
Eisen die geen verband houden met de eigenschappen van het product zelf, maar die betrekking hebben op de verhandeling ervan (tegenhanger: producteisen).
Verticale directe werking
Een burger kan zich ten opzichte van de overheid beroepen op Europees recht.
Verticale overeenkomst
Een overeenkomst tussen ondernemingen die in dezelfde bedrijfskolom werkzaam zijn.
Vervoersdiensten
Ondernemingen die als hoofdactiviteit het vervoer van goederen of personen hebben.
Volkomen concurrentie
Op een transparante markt kunnen consumenten kiezen uit verschillende aanbieders. Door de concurrentie blijft de prijs laag en de kwaliteit hoog.
Voorrang
Er moet getoetst worden aan de wet met de hoogste prioriteit. Europese wetgeving heeft bijvoorbeeld voorrang op nationale wetgeving. Daarnaast geldt ook dat de specifieke wet voor een generale wet gaat, bijvoorbeeld een richtlijn gaat voor een artikel uit het verdrag.
Wederzijdse erkenning
In alle sectoren waar geen harmonisatie op Europees niveau heeft plaatsgehad, is elke lidstaat verplicht de wetgeving van andere lidstaten te erkennen en toe te passen, zelfs in gevallen waarin de eigen nationale wetgeving andere voorschriften bevat.
Werknemer
Iemand die gedurende een bepaalde tijd voor een ander en onder diens gezag werkzaamheden verricht en als tegenprestatie een beloning ontvangt. Het moet gaan om reële en daadwerkelijke arbeid in loondienst, die niet van zo geringe omvang is dat het om louter marginale en bijkomstige werkzaamheden gaat.
Zijdelingse bescherming
Een hogere belasting op het ene goed beschermt het andere goed.
Zuiver interne aangelegenheid
Binnenlandse situatie. De feiten spelen zich slechts af binnen één enkele lidstaat (tegenhanger: grensoverschrijdend aspect).
van