Geld, IEB en bedrijfsomgeving - 8e druk 2020
Home | Begrippentrainer > Hoofdstuk 8
Kies oefenmethode
Toon begrippen
Toon definities
Begin
Economisch risico
Het risico dat de toekomstige winstgevendheid van een onderneming beïnvloed wordt door fluctuaties in wisselkoersen.
Fundamentele analyse
Een methode van wisselkoersvoorspelling waarbij de prognose wordt gebaseerd op de economische ontwikkeling in een land.
Leading en lagging
Het aanpassen van de betalingstermijn van uitstaande vorderingen of verplichtingen, afhankelijk van de wisselkoersverwachting.
Matching
Het op elkaar afstemmen van inkomende en uitgaande kasstromen in vreemde valuta's.
Netting
Het salderen van alle vreemde valuta-exposures binnen een onderneming.
Otc-valutaoptie (over-the-counter-valutaoptie)
Valutaoptie waarbij de optievoorwaarden zijn afgestemd op de individuele wensen van de koper.
Pretransactierisico
Het valutarisico dat voortvloeit uit een uitgebrachte offerte luidend in vreemde valuta's.
Steunlijn
Een lijn in een koersgrafiek die de ondergrens van het koersniveau op korte termijn weergeeft.
Technische analyse
Een methode van wisselkoersvoorspelling waarbij de prognose wordt gebaseerd op het historische koersverloop. Onderscheiden worden: chart reading: wisselkoersvoorspellingen worden afgeleid uit grafieken en tijdreeksanalyse: wisselkoersvoorspellingen worden afgeleid uit met behulp van statistische analyse verkregen wiskundige formules.
Transactierisico
Het valutarisico dat voortvloeit uit een afgesloten transactie in vreemde valuta's.
Translatierisico
Het valutarisico dat voortvloeit uit de omrekening van balansposten in vreemde valuta's.
Trendkanaal
De ruimte tussen een steun- en een weerstandslijn.
Valuta-exposure
De mate waarin een onderneming blootstaat aan wisselkoersschommelingen.
Valuta-instrument
Een financieel instrument, waarmee een onderneming in staat is het valutarisico te verminderen. Interne: instrumenten die de onderneming zelfstandig kan gebruiken en externe: instrumenten waarvoor een beroep moet worden gedaan op het bankwezen en/of de financiële markten.
Valutaoptie
Het recht om een bepaalde valuta te kopen (calloptie) of te verkopen (putoptie) tegen een in de optie vastgelegde uitoefenprijs.
Valutarisico
Het risico dat de (toekomstige) winstgevendheid van een onderneming beïnvloed wordt door wisselkoersschommelingen.
Valutaswap
Een overeenkomst tussen twee partijen waarbij valuta's tijdelijk worden geruild. Als twee marktpartijen de hoofdsommen en rentekosten van een lening in verschillende valuta's ruilen, spreken we van een cross-currency valutaswap.
Volatiliteit (van een valuta)
De mate waarin de wisselkoers fluctueert.
Weerstandslijn
Een lijn in een koersgrafiek die de bovengrens van het koersniveau op korte termijn weergeeft.
Wisselkoersclausule
Een clausule in een handelscontract, waarbij de hoogte van de overeengekomen prijs op het moment van betaling afhankelijk wordt gesteld van de dan geldende wisselkoers.
Wisselkoersscenario
Een voorwaardelijke wisselkoersvoorspelling.
van