Inleiding tot de marketing - 5e druk 2020
Home | Begrippentrainer > Hoofdstuk 1
Kies oefenmethode
Toon begrippen
Toon definities
Begin
Bedrijfskolom
De reeks personen en organisaties – van oerproducent tot en met consument – die zijn betrokken bij de productie, distributie en het verbruik van producten en diensten.
Bedrijfstak
Horizontale sectie of 'schakel' in de bedrijfskolom, bestaande uit bedrijven die een gelijkwaardige functie in de productie of handel van een bepaald product vervullen (bijvoorbeeld de wasmiddelenindustrie).
Branche
Een groep organisaties die bepaalde overeenkomsten vertonen op het gebied van de productietechniek en de geleverde producten (bijvoorbeeld de boekenbranche in de grafische bedrijfstak).
Macromarketing
Marketing als systeem dat een samenleving heeft opgebouwd om de overdracht van goederen en diensten zo te laten verlopen dat de schaarse middelen optimaal op de behoeften zijn afgestemd.
Marketingconcept
Een ondernemingsfilosofie waarbij de manager de wensen en behoeften van de klant bij vrijwel al zijn beslissingen centraal stelt.
Mesomarketing
Alle gezamenlijk uitgevoerde marketingactiviteiten van bedrijven in een bepaalde sector die actief zijn op dezelfde markt.
Micromarketing
De marketingactiviteiten van een individuele organisatie.
Productconcept
Marktbenadering waarin de aandacht van fabrikanten gericht is op kwaliteitsverbetering. Marketing werd gezien als een overbodige activiteit onder het motto 'een goed product verkoopt zichzelf'.
Relatie
Duurzame interactie met een klant die resulteert in voldoening en loyaliteit op de lange termijn.
Ruil
De uitwisseling van producten, geld, arbeidsinspanning of andere ruilobjecten tussen koper en verkoper.
van