Management Control - 2e druk 2014
Home | Begrippentrainer > Hoofdstuk 8
Kies oefenmethode
Toon begrippen
Toon definities
Begin
Beyond budgeting
Activiteiten van een adviesgroep van controllers, academici en consultants die pogen budgetteringssystemen in organisaties te verbeteren.
Budget
Vastlegging van de gewenste financiële resultaten van een toekomstgericht plan van door het management voorgestelde actie(s), voor een organisatorische eenheid, voor een bepaalde periode.
Capital budget
Budget dat gebruikt wordt om investeringen in vaste activa te plannen en te beheersen.
Cash budget
Budget dat de planning betreft van de voor de operaties benodigde financiële middelen.
Committed costs
Kosten die samenhangen met de activiteiten die een basisvoorwaarde vormen voor het bestaan en functioneren van de organisatie. Zij hangen bijvoorbeeld samen met de fysieke en logistieke infrastructuur van de onderneming.
Discretionary costs
Kosten die afhankelijk zijn van beslissingen die het management neemt over het activiteitenniveau.
Engineered costs
Kosten die samenhangen met activiteiten die een duidelijke relatie tussen input en output kennen.
Falsifying
Het vervalsen van gegevens om een ogenschijnlijk betere prestatie weer te geven.
Flexibel budget
Budgetteringsvorm waarin de hoogte van het budget afhankelijk is van de bedrijfsdrukte.
Master budget
Het budget op het hoogste niveau, dat op geïntegreerde wijze het financiële plan voor de gehele organisatie uiteenzet.
Smoothing
Aanpassen van het tijdsmoment waarop een prestatie wordt gerealiseerd of gerapporteerd om zo tot een betere prestatieweergave te komen.
van