Basisboek Ruimtelijke Ordening en Planologie - 2e druk 2016
Home | Introductie > Demo begrippentrainer
Kies oefenmethode
Toon begrippen
Toon definities
Begin
ABC-locatiebeleid
Beleid waarbij de nieuwe locatie van bedrijven en instellingen ten opzichte van stations en snelwegen wordt bepaald door het aantal bezoekers en werknemers.
Actoren
Individuen en organisaties (waaronder overheden) die invloed uitoefenen op de maatschappij en de ruimtelijke ordening.
Beleid
Het inzetten van bepaalde middelen door een overheid of andere organisatie om tot bepaalde doelstellingen te komen.
Bestemming-inrichting-beheer
Klassieke opvatting over hoe omgegaan moet worden met de ruimtelijke ordening: eerst de gronden bestemmen voor bepaalde functies; dan inrichten en tot slot beheren.
Bouwverordening
Vanuit de gemeente opgelegde regels voor het bouwen, verbouwen en slopen van bouwwerken.
Compacte stad
Ruimtelijke doelstelling van overheden om nieuwe ontwikkelingen (woningen, bedrijven, enzovoort) voornamelijk in of bij de grote steden te realiseren.
Corridor
Gebied tussen twee grote steden waar belangrijke infrastructuurbundels lopen en waar veel ontwikkelingen plaatsvinden.
Decreet 1810
Eerste vorm van milieuzonering voor bedrijvigheid, ingevoerd door Napoleon in 1810, waardoor bedrijven in aparte zones werden gevestigd, gescheiden van woongebieden.
Doelboom
Schematisch overzicht van met elkaar samenhangende doelstellingen van zeer abstract tot zeer concreet. Hoe concreter hoe meer alternatieven, dus hoe meer vertakkingen de abstracte hoofddoelstelling (de stam) krijgt.
Ecologische Hoofdstructuur
Netwerk van natuurgebieden en ecologische verbindingen daartussen, dat ervoor zorgt dat het leefgebied van planten en dieren veel groter wordt.
Garden city
Het idee hierachter was de voordelen van de stad en de voordelen van het platteland met elkaar te combineren. De ligging van de wijk was in de stad; het uiterlijk van de wijk had veel meer van een dorp: veel groen, laagbouw en veel aandacht voor de kwaliteit van de (arbeiders)huisjes.
Gebundelde deconcentratie
Planconcept waarbij de overheid koos voor een concentratie van de verstedelijkingsopgave in kleinere kernen rondom de steden.
Groeikernen
Satellietkernen rond grote steden, die aangewezen waren om de groei van de stedelijke bevolking op te vangen (ten tijde van de Tweede en Derde Nota Ruimtelijke Ordening).
Nationale Ruimtelijke Hoofdstructuur
Deel van het Ruimtelijk beleid van het Rijk dat van nationaal belang wordt geacht en waar het Rijk zich verantwoordelijk voelt voor het behalen van de doelstellingen.
Nota Ruimte
Nationale structuurvisie waarin de hoofdlijnen van het ruimtelijk beleid van het Rijk worden weergegeven. De Nota Ruimte volgde op de VINEX (Vierde Nota Ruimtelijke Ordening Extra) en wordt waarschijnlijk opgevolgd door de Structuurvisie Infrastructuur en ruimte.
Omgevingswet
Wet gericht op het bevorderen van een goede en gezonde, fysieke leefomgeving en die vanaf 2018 alle wetten die het omgevingsbeleid beïnvloeden zal gaan bundelen in één wettelijk kader.
Ontwikkelingsplanologie
Tegenhanger van de 'toelatingsplanologie' waarbij meer gekeken wordt naar de kansen die in een gebied benut kunnen worden dan naar de te weren ongewenste ontwikkelingen. De term verwijst naar de grotere invloed van projectontwikkeling op het ruimtelijke beleid.
Open data
Door overheden gratis en goed toegankelijk beschikbaar gestelde gegevens die door burgers en andere organisaties gebruikt kunnen worden om bijvoorbeeld het omgevingsbeleid te evalueren en/ of mede te bepalen.
Planning
De systematische voorbereiding van activiteiten met een bepaald doel.
Planologie
Wetenschap die zich bezighoudt met de ruimtelijke ordening.
Planstelsel
Door een wet ondersteunde plannen op diverse schaalniveaus die met elkaar samenhangen en een bepaald gebied bestrijken. Het wordt ondersteund door de Wet ruimtelijke ordening.
Programma van eisen
Hierin worden de uitgangspunten beschreven voor het beoogde woongebied. Deze uitgangspunten zijn bijvoorbeeld ruimschoots openbaar groen, een waterpartij, hoeveelheden en soorten woningen, speelgelegenheid, en verkeersluwe gebieden. Het programma is een politieke keuze en dient dus altijd goedkeuring te krijgen van het gemeentebestuur.
Ruimteclaim
De vraag naar ruimte voor divers ruimtegebruik (wonen, werken, recreatie) dan wel andere ruimtevragers (water, reliëf, natuur).
Ruimtelijke kwaliteit
Een optelsom van verschillende kenmerken die de hoedanigheid van een gebied of een plek bepalen, vaak uitgedrukt in de driedeling gebruikswaarde, belevingswaarde, toekomstwaarde.
Ruimtelijke ordening
Praktisch handelen dat zich richt op het veranderen van de leefomgeving.
Schaalniveau
Grootte van het gebied waarvoor men de ruimtelijke ordening beziet (lokaal of gemeentelijk, regionaal, nationaal, enzovoort).
Sectoren
Beleidsvelden die gericht zijn op één specifiek doel, dat vaak ook samenhangt met een gebruiksfunctie, zoals landbouw of verkeer.
Structuurvisie
Planvorm waarin gemeente, provincie en Rijk neerleggen wat zij op hoofdlijnen nastreven bij de ruimtelijke ordening van hun plangebied. Vaak gericht op de (middel)lange termijn.
Subsidiariteitsbeginsel
Beginsel dat aangeeft dat alles op een zo laag mogelijk schaalniveau moet worden beslist: als er geen bemoeienis van hogere overheden nodig is, moet deze achterwege blijven.
Survey before planning
Erkenning dat voor een goede ruimtelijke planvorming eerst onderzoek gedaan moet worden (jaren 1930).
Uitbreidingsplan
De voorloper van het bestemmingsplan. In dit plan moest de gemeente vanaf 1901 vóór de start van de bouw op een kaart vastleggen waar de straten, pleinen en grachten zouden komen.
Verticale coördinatie
Afstemming van het beleid van verschillende schaalniveaus (gemeente – provincie – Rijk – Europese unie).
Vierde Nota Ruimtelijke Ordening Extra (VINEX)
Beleidsdocument dat vooral bekend werd door het aanwijzen van veelal grote locaties nabij steden voor woningbouw.
Wet ruimtelijke ordening (WRO)
Hierin is vastgelegd welke ruimtelijke plannen de verschillende overheden dienen te maken en hoe zij op elkaar afgestemd moeten worden.
van