Beroep op onderzoek - 2e druk 2014
Home | Begrippentrainer > Hoofdstuk 2
Kies oefenmethode
Toon begrippen
Toon definities
Begin
Afhankelijke variabele
Onderzoeksvariabele die verondersteld wordt te worden beïnvloed door de andere onderzoeksvariabele(n).
Betrouwbaarheid
(Hier:) Kwaliteitsbegrip voor metingen (en/of meetinstrumenten), dat betrekking heeft op de mate waarin metingen consequent en herhaalbaar zijn; een betrouwbare meting levert bij herhaling aan hetzelfde object of aan objecten met gelijke eigenschappen steeds gelijke meetwaarden op.
Bias
Eenzijdige vertekening/systematische meetfout.
Dichotomie, dichotome variabele
Tweedeling; (nominale) variabele die slechts twee mogelijke meetwaarden kent.
Gegevens, data, waarnemingen
De voor een onderzoek verzamelde meetwaarden.
Gevoeligheid
Kwaliteitsbegrip voor metingen (en/of meetinstrumenten) dat betrekking heeft op de mate waarin er kleine verschillen mee kunnen worden vastgesteld.
Indicator/indicatorvariabele
Variabele die wegens zijn nauwe samenhang met de bedoelde onderzoeksvariabele wordt gemeten in plaats van de onderzoeksvariabele zelf, in situaties waarin deze laatste niet direct meetbaar is.
Intervalschaal/variabele
Schaal/variabele waarvan de intervallen tussen meetwaarden berekend en vergeleken mogen worden, terwijl er geen vast nulpunt is.
Kwalitatieve variabele/schaal
Verzamelnaam voor variabelen/schalen met een ‘laag’ meetniveau: de nominale en de ordinale schaal.
Kwantitatieve variabele/schaal
Verzamelnaam voor variabelen/schalen met een ‘hoog’ meetniveau: de intervalschaal en de ratioschaal.
Meetinstrument
Alles wat nodig is om een meting te verrichten.
Meetniveau
Kwalificatie voor de aard van gegevens, met name met het oog op de mate waarin rekenkundige bewerkingen erop zijn toegestaan.
Meten
Vastleggen van eigenschappen of kenmerken van objecten; het proces van aan objecten toekennen van een waarde op een variabele.
Noemerprobleem
Probleem dat ontstaat doordat meetwaarden met verkeerde noemers worden gebruikt of met verschillende noemers vergeleken (noemers zijn meestal herkenbaar aan het woord ‘per’, zoals per duizend inwoners, per uur).
Nominale schaal/variabele/categorieschaal
Schaal/variabele waarvan meetwaarden slechts namen/categorieën zijn; eventueel gebruikte getallen spelen als getal geen enkele rol.
(Onderzoeks)objecten
Diegenen die (of datgene dat) de in een onderzoek relevante eigenschap(pen) hebben; de mensen, dieren of ‘dingen’ (in een ruime betekenis van het woord) die onderzocht worden.
Onafhankelijke variabele
Onderzoeksvariabele die verondersteld wordt invloed uit te oefenen op de andere onderzoeksvariabele(n).
Operationele definitie, operationalisatie
Zodanige omschrijving van een variabele dat deze er meetbaar door wordt.
Ordinale schaal/variabele
Schaal/variabele waarvan meetwaarden een zinvolle rangordening kennen; getallen zijn slechts relevant voor zover het om hun volgorde gaat.
Ratioschaal/Ratiovariabele
Schaal/variabele waarvan (ook) de verhoudingen tussen meetwaarden berekend en vergeleken mogen worden, omdat er een vast nulpunt is.
Schaal
Verzameling van mogelijke meetwaarden van een variabele.
Schaal- of meetniveau, schaaltype
Kwalificatie van de aard van gegevens die te maken heeft met de relatie tussen de meetwaarden onderling; daarmee een kwalificatie voor de rekenkundige rol die in getallen uitgedrukte meetwaarden spelen.
Systematische meetfout
Meetfout in een bepaalde richting.
Toevallige meetfout
Wisselvallige meetfout; gemiddeld over een groot aantal objecten bedraagt deze nul.
Validiteit
Kwaliteitsbegrip voor metingen (en/of meetinstrumenten) dat betrekking heeft op de mate waarin werkelijk datgene wordt gemeten wat de onderzoeker bedoelt.
van