Eerder in dit stuk over het hindoeïsme kwam het begripdharma al aan bod. Dharma zijn de religieuze plichten waar een hindoe aan moet voldoen. Deze plichten zijn (oorspronkelijk) afhankelijk van de kaste waartoe een hindoe behoort. Als iemand zijn religieuze plichten goed naleeft, bouwt hij goede karma op. Goede karma zorgt weer voor een goede wedergeboorte in een volgend leven.
Een goede hindoe leeft de volgende regels na. Een hindoe:
-
onderwerpt zich aan zijn schepper
-
vergeldt kwaad met goed (vergeving)
-
leeft eenvoudig
-
is rein van lichaam en geest
-
is trouw aan zijn partner
-
weet zijn seksuele driften in bedwang te houden
-
heeft kennis van de heilige boeken
-
heeft kennis van de hoogste ziel
-
vertelt de waarheid
-
kan woede en boosheid beheersen.
Zie Verhalen vertellen en vragen stellen deel B, paragraaf 4.3 voor een verhaal over hoe je volgens hindoes het 'goede' kunt doen.