Poging is volgens artikel 45 Sr strafbaar wanneer het voornemen van de dader zich door een begin van uitvoering heeft geopenbaard. De vraag is of er, naar objectieve maatstaven, door de man een begin van uitvoering is gemaakt om de diefstal te voltooien. Uit (onder andere) het Cito-arrest en het arrest Grenswisselkantoor volgt dat er sprake is van een begin van uitvoering wanneer er een gedraging wordt verricht die naar haar uiterlijke verschijningsvorm moet worden beschouwd als te zijn gericht op de voltooiing van het misdrijf. Of dat in deze casus het geval is, is maar de vraag. De man loopt immers achter de vrouw, hetgeen niet vreemd is, en net als hij de tas wil pakken, valt de vrouw waardoor hij misgrijpt. Of naar objectieve maatstaven dit misgrijpen is aan te merken als een begin van uitvoering, is discutabel. Wij vinden in ieder geval dat er geen sprake is van een begin van uitvoering en dat er niet gesproken kan worden van een strafbare poging.
|