Benoem de aanwijzende voornaamwoorden. Vink het juiste antwoord aan.
Basisvaardigheden grammatica - 2e druk - 20102.5.3 Aanwijzend voornaamwoord
Hadden die kinderen deze presentjes nog uitgepakt?
In de winter draagt dat jonge meisje vaak dezelfde rode jas.
Met zulke praatjes moet je echt niet bij hem aankomen.
Diezelfde winkelier van daarnet zat op dat overvolle terrasje een pilsje te drinken.
Niemand zal dat verhaal over jouw avontuur geloven.
Met deze wanorde in de klas kon zij geen les aan die kinderen geven.
Met zulke drukke kinderen is het lastig in dat museum rond te lopen.
Tegenwoordig zouden we dat gedrag niet meer van die kinderen accepteren.
Deze zin die je daar leest is van dezelfde moeilijkheidsgraad.
Volgens mijn vader kunnen we het niet maken tegenover de anderen die wel willen.