De student:
weet dat aan het einde van de boekhoudperiode de boekhouding wordt afgerond met het opstellen van de kolommenbalans
weet dat het opstellen van de kolommenbalans begint met het overnemen van de debet- en creditsaldi van de grootboekrekeningen
weet dat de kolommenbalans naast de proef- en saldibalans bestaat uit nog twee dubbelkolommen, namelijk de winst- en verliesrekening en de eindbalans
weet dat de winst- en verliesrekening ook wel resultatenrekening wordt genoemd
weet dat de bedragen op de hulprekeningen van het eigen vermogen, met uitzondering van de rekening privé, worden overgenomen in de kolommen van de winst- en verliesrekening
weet dat door het vaststellen van het verschil tussen de twee kolommen van de Winst- en verliesrekening het saldo winst of verlies bepaald wordt
weet dat door het saldo winst of verlies en het saldo van de privémutaties te verrekenen met het eigen vermogen op de beginbalans het eigen vermogen op de eindbalans wordt bepaald
weet dat door het overnemen van de overige balansrekeningen op de eindbalans nu ook de eindbalans weer in evenwicht dient te zijn
De tot nu toe geleerde fases die te onderscheiden zijn binnen de bedrijfadministratie zijn: