Praktische cursus zinsontledingHoofdstuk 3
Ontleed de vetgedrukte delen van de zin.
We hebben (1) de film Amadeus gezien (2).
Jan moet zich vergist hebben.
Wij (1) vonden het boek waarin (2) Charlotte had zitten lezen.
De gouden (1) horloges blonken in (2) de etalage van (3) de juwelier.
Aangezien (1) hij een hekel (2) aan vergaderingen had, probeerde hij deze (3) te ontlopen.
Zonder (1) het (2) te willen, bracht Henriëtte menigeen (3) het hoofd op hol.
Als (1) je maar weet, dat (2) ik geen (3) uitzondering maak voor jou (4).
Bernlef, een romancier, is (1) beroemd geworden (2) met Hersenschimmen (3).
De muziek van Neil Young werd (1) luidkeels (2) door (3) de jeugd meegezongen.
Wie (1) kan zeggen, waar (2) de citroenkwikstaart voorkomt (3)?
Wie (1) het antwoord op die (2) vraag weet, mag zich (3) de winnaar noemen.
Twee (1) jongens uit mijn klas hebben (2) de eerste (3) prijs gewonnen.
Vanwege (1) hun (2) slechte adem worden Marijke en Irene zelden (3) op feestjes gevraagd.
Sinds (1) vorige week zijn (2) Marloes en (3) Pim gescheiden (4).
Vorige week zijn (1) Kim en Olivier getrouwd (2).
Kinderen die (1) vragen, worden (2) overgeslagen, zei de strenge (3) moeder op bitse (4) toon.
Het (1) helpt je niets (2) of (3) je (4) protesteert of (5) niet.
De diplomaten waren (1) doorgewinterde (2) onderhandelaars, maar (3) de onderhandelingen met (4) de eigenzinnige president waren (5) toch mislukt.
Toen (1) Heleen met de taart binnenkwam, toen (2) ging er (3) een gejuich op (4).
Dat (1) het theater gesloten zou zijn, daarop (2) had Freek niet gerekend (3).
De reden waarom (1) de voorzitter niet gekomen was (2), was (3) niemand (4) duidelijk (5).
Herinner jij je (1) nog (2) hoe we hem toen (3) te pakken hebben genomen?
Men (1) maakte hem erop (2) attent (3), dat (4) hij zich ernstig (5) vergist had.
Er (1) werd hard op de voordeur van ons (2) huis gebonsd, zodat (3) we ons (4) afvroegen wat (5) er aan de hand was (6).
Wat (1) je hem (2) aangedaan hebt, zal (3) hem tot (4) in lengte van dagen blijven (5) heugen.
'Hoe (1) heb ik dat (2) ooit kunnen (3) doen?', vroeg Johan zich (4) vertwijfeld af.
Hij had maar (1) geantwoord wat (2) hem het eerste (3) inviel, maar (4) veel stelde dat niet voor.
Dat (1) vioolconcert, dat (2) die (3) jonge violist speelde, trof ons allen (4) diep (5).
Het (1) is (2) inderdaad moeilijk (3) mijn gevoelens voor hem te (4) beschrijven.
Fred kwam te (1) laat (2) om (3) nog even met de makelaar te kunnen (4) spreken.
Het zilver (1) van die puissant (2) rijke familie bevatte niet minder (3) dan (4) acht kandelaars.
Jammer dat (1) je niet op tijd (2) kon komen, bij die (3) zotte diploma-uitreiking, waar (4) Paul zo'n (5) idiote toespraak heeft gehouden.
Jullie hebben dezelfde (1) mijlpaal bereikt, maar (2) met dit verschil, dat (3) hij altijd eerlijk is (4) geweest en jij niet.
Al (1) walgde ze ook van (2) hem, toch (3) kon Cornélie niet anders (4) dan (5) van Rudolf houden.
Toen (1) zij hem in het oog kreeg, werd (2) zij zo bleek, dat (3) hij meende, dat (4) zij zou bezwijmen.
Naar (1) het (2) mij voorkomt, meneer, bemoeit u zich (3) met zaken die (4) u (5) niet aangaan.
Juist (1) toen (2) iedereen (3) dacht, dat hij zijn doel bereikt had (4), hield hij ermee (5) op.
Dat (1) John die schurk toch goed door (2) had gekregen, bleek (3) later (4).
Het (1) enige wat (2) hij vreemd mocht (3) noemen, was (4) Daans gewoonte om (5) zijn schoenen uit te doen als (6) hij op bezoek kwam.
In dat woordenboek staan (1) eigenlijk te weinig (2) woorden, waarvan (3) je mag aannemen dat (4) ze erin (5) te vinden zouden zijn (6).
De passagiers moesten (1) vlug (2) uitstappen, nadat (3) de conducteur had (4) omgeroepen, dat er (5) gevaar voor brand was (6).
Zodra (1) ik het boek gelezen heb en (2) een mening erover (3) gevormd heb, zal (4) ik het (5) je terugsturen.
Hoe (1) mooi (2) al die beloften van de lijsttrekker ook mogen (3) zijn (4), toch (5) lijkt (6) het wel zeker, dat we flink zullen moeten (7) bezuinigen.
Men (1) beweert dat hij meer (2) naar de kerk gaat om (3) er (4) te zingen dan (5) om er te bidden.
Mijn (1) grootvader had (2) een schoenenwinkel in de Hoogstraat in Maassluis, waar (3) hij in de kelder schoenen repareerde.
Terwijl (1) Mieke met (2) de hond voor (3) de winkel stond, liep haar echtgenoot boos (4) naar binnen.
De vooraanstaande Nederlandse kinoloog P.M.C. Toepoel was (1) in zijn (2) jonge jaren een (3) van de eerste (4) bokskampioenen van ons land.
Wat (1) Rutger en Sanne voor elkaar (2) overhebben, is gewoonweg niet normaal (3) meer.
Het was uiterst (1) pijnlijk te moeten (2) zien hoe Michael Jackson in de veronderstelling was (3), dat (4) de prijs die (5) hij moest uitreiken, voor hemzelf bedoeld was.
Dit is (1) een kort boek, maar (2) het (3) bevat een compact drama, dat (4) ook ruimte laat (5) voor verschillende interpretaties.
Tijdens (1) de pauze van twintig (2) minuten discussieerde de dirigent van het Residentieorkest met (3) het publiek over zijn interpretatie van Mahlers vierde (4) symfonie.
Hoewel (1) zij al enige (2) tijd een vaste vriend had (3), probeerde Suzanne via (4) www.edating.nl nog meer (5) relaties op te bouwen.
Doordat (1) het Nederlands dameshockeyteam op de Olympische Spelen goud (2) veroverde, had onze kroonprins de tijd van zijn leven. Aan iedere (3) speelster kon hij bij de uitreiking van het eremetaal drie (4) kussen kwijt (5).