Noordhoff Uitgevers

Arbeidsmarktmakelaars

Fasen in afstand tot de arbeidsmarkt
Het Centrum voor Werk en Inkomen deelt werkzoekenden in in fasen met betrekking tot afstand tot de arbeidsmarkt:
Fase 1 kan zelfstandig op korte termijn weer een baan vinden
Fase 2 heeft ondersteuning nodig om een baan te vinden, bijvoorbeeld door scholing
Fase 3 heeft intensievere scholing nodig om een baan te vinden
Fase 4 staat ver af van de arbeidsmarkt en heeft eerst sociale activering nodig

Formatieve benadering
Benadering die reeds verworven competenties (EVC’s) ziet als instrument om te zien hoever iemand in zijn ontwikkeling is gevorderd en kan vorderen

Gastarbeiders
Werknemers uit overwegend Spanje, Italië, Marokko en Turkije die in de jaren zestig zijn aangetrokken vanwege krapte op de arbeidsmarkt

Gedwongen arbeidsmobiliteit
Iemand wordt gedwongen een andere functie te zoeken, bijv. door dreigend ontslag

Gemeentelijke Sociale Dienst
Gemeentelijke instantie die zich onder ander bezighoudt met uitkeren van uitkeringen krachtens de Wet Werk en Bijstand (WWB)

Geregistreerde werkloosheid
Diegenen die werkloos zijn en ingeschreven staan bij het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI) als werkzoekende

Gunnen
Het proces van het inhuren van re-integratiebedrijven voor het re-integreren van relatief moeilijk plaatsbare werkzoekenden

Headhunter
Vaak gespecialiseerd bedrijf dat helpt om kandidaten te vinden voor moeilijk in te vullen functies

Heterogene nationale arbeidsmarkt
Arbeidsmarkt met meerdere segmenten

Hoger onderwijs
Hoger beroepsonderwijs (hbo) en Wetenschappelijk onderwijs (wo)

Homogene nationale arbeidsmarkt
Arbeidsmarkt waarin iedere actor over zelfde kwalificaties beschikt en met elkaar concurreert

Horizontale mobiliteit
Veranderen van functie op hetzelfde niveau

HRM
Human Resource Management, vroeger personeelszaken genoemd

Human capitaltheorie
Theorie die stelt dat scholing van werknemers zorgt dat zij beter inzetbaar zijn bij hun eigen werkgever of bij een andere werkgever

Human Resource Development
Organisatiebeleid waarbij de ontwikkeling van het personeel wordt gepland

Implicit contracttheorie
Theorie die stelt dat werkgevers en werknemers ‘impliciet’ tot een wederzijds gunstig langetermijncontract komen omdat zij geneigd zijn risico’s te verkleinen

Individualisering
Trend van het benaderen van het individu eerder dan groepen als het gezin

Individueel spaarstelsel
Stelsel waarbij werknemers zelf voor hun vervroegde pensionering sparen

Individuele pensioenverzekeringen
Individuele regeling die iemand kan treffen om een aanvullend pensioen op te bouwen

Individuele re-integratieovereenkomst (IRO)
Overeenkomst tussen een uitvoeringsinstantie en een werkzoekende waarin de manier van re-integratie wordt geregeld

Individuele reïntegratieovereenkomst (IRO)
Overeenkomst waarin langdurig werkzoekende of arbeidsgehandicapte zelf een reïntegratietraject opstelt in samenwerking met een reïntegratiebedrijf naar keuze

Industriële revolutie
Periode van rond 1850, waarin grotendeels werd overgeschakeld van productie met de hand tot productie met behulp van machines

Industriële vakbonden
Vakbonden die zich richten op verschillende beroepen binnen een bepaalde industriële sector

Informele arbeid
Werkzaamheden waarover geen belasting of premies wordt betaald (zwart werken)

Initieel onderwijs
Onderwijs dat is genoten voordat men aan de eerste baan begint

Insider-outsidertheorie
Theorie die benadrukt dat er kosten zijn aan verloop, zoals kosten voor aannemen, scholen en ontslaan van medewerkers, kosten van samenwerking en socialisatie van medewerkers en kosten van negatieve reacties van medewerkers op verminderde baanzekerheid. De theorie stelt dat het daardoor ongunstig is voor een bedrijf om zittende werknemers te vervangen door nieuwe

Instroom
Nieuwe medewerkers die in een organisatie komen werken

Intercedent
Medewerker van een uitzendbureau die zich bezighoudt met contacten met opdrachtgevers en het zoeken van een geschikte kandidaat voor die opdrachtgever

Interne arbeidsmarkt
Arbeidsmarkt binnen een organisatie

Interne mobiliteit
Spreidingsmobiliteit binnen een organisatie

Intrinsieke baantevredenheid
Tevredenheid die iemand voelt over de inhoud van zijn werk (zelfstandigheid etc.)